"Basisopvoeding" door Carl D'hondt en Hilde Van Rossen

BASISOPVOEDING

      Carl D’hondt

      Hilde Van Rossen

 

Inleiding

 

In ons taalgebied verschijnen jaarlijks heel veel interessante boeken over opvoeding en onderwijs.

Ook de gespecialiseerde literatuur rond autisme, ADHD, dyslexie, rekenstoornissen, NLD enz. scoort kwalitatief hoog.

Over hoogbegaafdheid verschijnen jaarlijks verschillende boeken en interessante artikels in een breed gamma van tijdschriften. De algemene sociale perceptie over de thematiek hoogbegaafdheid is realistisch en positief. Veel beroepsmensen (leerkrachten, CLB-medewerkers, therapeuten …) hebben een vrij goed zicht op wat hoogbegaafdheid eigenlijk is en heel wat scholen nemen initiatieven om beter tegemoet te komen aan de leer- en opvoedingsbehoeften van hun hoogbegaafde leerlingen.

Ondanks al deze positieve bijdragen zien we dat de kwaliteit van de basisopvoeding achteruit gaat. Het aantal jongeren met psychische problemen blijft toenemen, de rankings van het Vlaams Onderwijs dalen, de Pisa-rapporten doen de alarmbellen rinkelen wegens de spectaculaire achteruitgang van de beste leerlingen in het Vlaams Onderwijs, het lerarentekort in het algemeen en voor bepaalde vakken in het bijzonder ondermijnt de kwaliteit van ons onderwijs, de burn-out en het vroegtijdig verlaten van de job als leerkracht bereiken een hoogtepunt. Van de beginnende leerkrachten verlaat ongeveer1/3de het onderwijs binnen de 5 jaar. Dit zijn slechts enkele elementen binnen het grote kader van factoren die de kwaliteit van het onderwijs bepalen.

Maar niet enkel het onderwijs deelt in de klappen, ook de thuisopvoeding is sterk veranderd de laatste decennia en jammer genoeg niet steeds ten goede. Dit is bijzonder spijtig, want op gespecialiseerde terreinen ( autisme, ADHD, dyslexie …) werd heel veel expertise opgebouwd. Maar deze expertise rendeert vaak veel te weinig omdat de fundamenten van de basisopvoeding thuis te zwak zijn of wankelen.

Specifieke begeleiding van hoogbegaafde kinderen is maar mogelijk als de basale thuisopvoeding degelijk is. Specifieke begeleiding van hoogbegaafde kinderen op vlak van sociaal-emotionele ontwikkeling, op vlak van persoonlijkheidsontwikkeling zowel thuis als op school moet verder kunnen bouwen op de fundamenten van de thuisopvoeding tijdens de peuter- en kleuterjaren.

 

Basisopvoeding

 

In deze basisopvoeding zijn vier elementen essentieel.

* De onvoorwaardelijke aanvaarding ( O.A. ) van het kind.

* Regelduidelijkheid, regelvastheid en de consequente controle op deze regels.

* Respect voor de vrijheid van het kind

* Authenticiteit en transparantie

 

Deze vier elementen vormen de grondslagen van iedere wijze opvoeding. 

Op deze fundamenten dienen de specifieke accenten voor hoogbegaafde kinderen en jongeren te worden gelegd, o.a. de vroegtijdige onderkenning van hoogbegaafdheid, het tactvol omspringen met het etiket hoogbegaafdheid, het kind kansen bieden en stimuleren zonder op te fokken, de zorg voor een evenwichtige ontwikkeling, waarbij denken, voelen en willen in harmonie staan tot elkaar …

Deze specifieke accenten in de begeleiding van hoogbegaafde kinderen en jongeren zullen wij hier niet verder behandelen. In dit artikel beperken wij ons tot de vier bovenstaande elementen in de basisopvoeding van ieder kind.

 

* De onvoorwaardelijk aanvaarding (O.A.) van het kind

 

Geborgenheid, veiligheid en zekerheid vormen de basis van een veilige hechting. Veilige hechting heeft te maken met de spontane belangstelling van de ouders voor de behoeften van het kind, met het “lezen” van de wensen van het kind, het begaan zijn met en het geven om het kind.

Het begrip onvoorwaardelijke aanvaarding (O.A.) komt uit de wereld van de psychotherapie (client centered therapy en cognitieve gedragstherapie).

O.A. betekent dat ouders en andere opvoeders het kind best aanvaarden zoals het is, zonder deze aanvaarding afhankelijk te maken van voorwaarden. Of het kind verstandig is of minder verstandig, mooi of minder mooi, dik of dun, groot of klein… het speelt allemaal geen rol. Ik aanvaard het kind als unieke persoon, als mens om van te houden, waarbij al deze eigenschappen of voorwaarden zonder betekenis blijven.

O.A. betekent echter niet dat ik het gedrag van het kind altijd goedkeur. Ik kan een diep respect hebben voor het kind, het kind als kind onvoorwaardelijk aanvaarden en toch tegelijk bepaalde gedragingen afkeuren.

Veel mensen verwarren echter O.A. met absolute toegeeflijkheid (permissiviteit). Een kind onvoorwaardelijk aanvaarden betekent voor hen dat zowat alles is toegelaten, zonder dat je als ouder het recht hebt om in te grijpen. Of het kind slaat, schopt, nijpt, met de deuren slaat enz. als ouder moet je tolerant zijn! O.A. betekent in hun ogen dat je erop moet vertrouwen dat het kind ooit wel de juiste weg zal vinden. Grijp niet in, verbied niet, rem het kind niet af … alles valt vroeg of laat wel in de juiste plooi. Deze ouders grijpen pas in als het werkelijk veel te ver gaat.

 

De kapitale fout in deze opvoedingsattitude bestaat erin dat men respect voor de persoon en tolerantie tegenover ongepast gedrag op één lijn plaatst. Afkeuren van ongepast gedrag zou betekenen dat je het kind niet onvoorwaardelijk aanvaardt als persoon. Hier verwart men duidelijk de persoon met z’n gedragingen. Een persoon is echter veel meer dan de som van z’n gedragingen. Gedrag kan moreel goed zijn of slecht, kan dwaas zijn of verstandig … maar dit betekent niet dat de persoon in z’n totaliteit goed is of slecht, dwaas of verstandig.

 

Deze verkeerde interpretatie van O.A. heeft geleid tot een verregaande permissiviteit in de opvoeding. Veel ouders “begrenzen” het gedrag van hun kind niet of slechts heel minimaal. Zij stellen geen regels, maken geen afspraken, zijn uiterst toegeeflijk. Na verloop van tijd worden de gevolgen van dergelijke attitude zichtbaar. Zelfs jonge peuters gedragen zich als kleine dwingelanden die vastberaden hun wil doordrijven. Ze tiranniseren de maaltijden, weigeren ’s avonds naar bed te gaan, zijn niet meer weg te slaan van hun i-phone enz.

Moderne ouders steken enorm veel tijd en energie in de opvoeding van hun kinderen. En met welk resultaat? Veel jonge ouders zijn uitgeput of lijden aan een pedagogische burn-out. De nadelen van deze extreme permissiviteit zijn nog niet doorgedrongen tot het maatschappelijk bewustzijn. Zelfs beroepspedagogen en psychologen lijken de verwarring tussen O.A. en extreme permissiviteit niet te zien.

 

Deze extreme toegeeflijkheid is een kapitale fout in de huidige opvoedingspraktijk. Deze fout is erg voor alle kinderen, maar vooral voor hoogbegaafde kinderen, omdat ze een eindeloze machtsstrijd uitlokt en continu activeert.

 

 

* Regelduidelijkheid, regelvastheid en consequente controle op regels

 

Duidelijke regels die niet steeds tot discussie leiden zijn belangrijke structuurelementen in de opvoeding.

Structuur zorgt voor orde en regelmaat. Het verhindert chaos en voorkomt dat ouders “overvraagd” raken.

Regelvastheid zorgt voor voorspelbaarheid in de opvoeding.

Voorspelbaarheid verhoogt het gevoel van geborgenheid en orde. Vaste regels bieden structuur en houvast zowel voor het kind als voor de ouders.

Zonder consequente controle op deze regels zijn voortdurende botsingen en irritaties onvermijdelijk. Regels en afspraken hebben ook maar zin als de kinderen weten dat er permanente controle is op de naleving van deze regels. Wijze ouders zorgen er voor dat discipline kan uitgroeien tot zelfdiscipline.

 

In nogal wat jonge gezinnen ontbreekt het echter aan regels en afspraken, zodat volgende situaties zich voor kunnen doen:

- het kind kan aan tafel heel veeleisend zijn: het voedsel is te koud of te warm, er moet meer suiker bij, het beleg is ook al niet goed …

- een conversatie aan tafel onder volwassenen is onmogelijk omdat de kleine dit gesprek voortdurend onderbreekt met z’n eisen.

- het kind heeft veel “accidentjes” aan tafel; de beker valt om, er wordt met eten gemorst enz.

- de kleine in bed stoppen duurt vaak 30’ tot één uur; het kind wil eerst verhaaltjes horen, liedjes, het eist dat de volwassene op de kamer blijft tot het in slaap is gevallen…

- de ouders geven voortdurend heel veel uitleg

- het kind mag steeds kiezen tussen verschillende dingen, zelfs als deze niet binnen handbereik liggen.

- aan tafel springt één van de ouders voortdurend recht om aan nieuwe eisen van hun oogappel te voldoen.

- ’s morgens gaat het er vaak zenuwachtig en gejaagd aan toe omdat men steeds te laat dreigt te komen.

- na een bezoek bellen ouders de bezoekers vaak nog eens op omdat er veel onderwerpen niet aan bod zijn gekomen wegens de drukte.

- een minuut stilte in de huiskring is uitzonderlijk omdat de ouders voortdurend uitleg geven.

- eenzelfde uitleg komt dagen nadien steeds weer terug; de ouders hebben het gevoel dat zij steeds vanaf nul moeten beginnen.

- sommige ouders proberen zelfs het ongepast gedrag van hun hoogbegaafd kind te vergoelijken tegenover andere volwassenen door erop te wijzen dat hun kind hoogbegaafd is; daarmee suggereren ze dat dergelijk ongepast gedrag normaal zou zijn bij hoogbegaafde kinderen !!!

- als het gezin ergens op bezoek gaat, heeft het een uitgebreide lading aan materiaal bij, want de kleine is sterk gebonden aan de vertrouwde voorwerpen.

- ....

- ....

 

Deze voorbeelden zien er grappig uit, maar in nogal wat gezinnen is het bittere realiteit.

De ouders zetten zich voor 100% in, maar raken uitgeput omdat zij geen enkele vooruitgang zien in de aanpak van hun kind.

 

In het voorgaande hebben we proberen aan te tonen dat vooruitgang niet mogelijk is zonder duidelijke en vaste regels. Als deze ontbreken voelt het kind zich als het ware gedwongen om steeds maar de limieten van de tolerantie af te tasten. Als er geen grenzen zijn dan kan het kind eigenlijk niets verkeerd doen en zijn de ouders verplicht om telkens bij te springen. Als het kind geen enkele verantwoordelijkheid dient te dragen dan ligt het volle pond aan verantwoordelijkheid bij de ouders.

In zo’n context kan het kind niet groeien, leert het geen zelfbeheersing, leert het niet z’n beurt af te wachten of z’n behoeften even uit te stellen. Als de ouders telkens inspringen leert het kind ook niet planmatig te werk te gaan om z’n doelen te bereiken en leert het ook niet om samen te werken.

Deze extreme permissiviteit ziet men wereldwijd en is een reactie tegen de autoritaire opvoeding van vroeger. De slinger is nu echter veel te ver doorgeslagen in de andere richting. De gulden middenweg bestaat er echter in om gestuurde discipline te laten uitgroeien tot zelfdiscipline ( D’hondt,C. & Van Rossen, H., Succesvol begeleiden van hoogbegaafde kinderen en jongeren, Antwerpen - Apeldoorn, Garant, 2018, p. 147-153 )

 

Reeds enkele decennia hebben jonge ouders steeds vaker problemen met het stellen van grenzen aan het gedrag van hun kinderen, met het stellen van duidelijke en vaste regels en met de consequente controle hierop.

Veel jonge ouders hebben een hekel aan het woord discipline. Zij associëren het met “tucht(iging)”, militarisme, autoriteit. Dit is echter een overdreven interpretatie van het woord discipline. Het woord discipline stamt van het Latijnse ‘discere’ (leren, onderwezen worden). Goed onderwijs en wijze opvoeding gaan planmatig (gedisciplineerd) te werk en scheppen orde in de vroegere chaos.

Discipline is niet aangeboren, maar moet worden aangeleerd.

Peuters en kleuters voelen zich het meest geborgen en veilig als er duidelijke en vaste regels zijn. Dan is de reactie van volwassenen ook het best voorspelbaar, wat op zijn beurt zorgt voor orde en regelmaat. Deze geborgenheid verschaft de baby en jonge peuter veel zekerheid, zodat hij – gesterkt door dit gevoel van veiligheid en zekerheid – steeds verder de wereld zal gaan exploreren en zich cognitief, motorisch, emotioneel steeds maar verder zal ontwikkelen.

 

Ouders die op deze wijze te werk gaan streven geen discipline na om de discipline, maar wel discipline die gericht is op zelfbeheersing, zodat er meer ruimte is en vrijheid om de eigen doelen na te streven. Hierdoor leert men de ballast over boord te gooien die anders tot wanorde en chaos leidt.

Ouders doen er goed aan om hun kinderen geleidelijk aan meer vrijheid te geven, zodat zij zelf hun verantwoordelijkheid leren nemen op deze disciplinaire terreinen.

Bij peuters en kleuters kan men nog maar weinig vrijheid inbouwen. Pas als de regel voldoende is geïntegreerd ( als discipline sterk is opgeschoven in de richting van zelfdiscipline), pas dan kan meer vrijheid worden ingebouwd.

 

Dit gebrek aan structuur en de quasi afwezigheid van duidelijke en vaste regels zijn ongetwijfeld dé zwakke plekken in de huidige opvoedingspraktijk.

 

 

* Respect voor de vrijheid van het kind

 

Moderne ouders steken niet alleen veel tijd en energie in de opvoeding van hun kinderen, zij zijn vaak ook overbezorgd.

De mogelijkheden die de huidige kinderen hebben, maar ook de gevaren die dit met zich meebrengt, maken veel ouders bang. Er zijn quasi geen grenzen meer aan de mogelijkheden en de snelheid tot communicatie via GSM, sociale media, e-mail, internet, skype enz.

Jonge ouders hebben bovendien veel meer tijd dan vorige generaties om te besteden aan de opvoeding van de kinderen. De kleine gezinnen ( vaak 1-kind gezinnen) en de toegenomen vrije tijd maken het voor de ouders mogelijk om meer tijd te investeren in ieder kind afzonderlijk.

 

Dit houdt vele kansen in maar ook bedenkelijke gevaren. Nogal wat ouders  worden helikopter-ouders of in het ergste geval symbiotische ouders (D’hondt, C. & Van Rossen, H., Hoogbegaafde kinderen opvoeden, Antwerpen-Apeldoorn, Garant, 2016(4) p. 170-174). Velen willen het al te goed doen en komen uiteindelijk in een pedagogische burn-out terecht. Zij springen voortdurend in de bres en proberen alle frustraties bij hun kind te voorkomen (curling ouders).

Wijze opvoeding staat echter niet in de frontlijn maar gebruikt de groeikansen door het kind aan te moedigen om zelf z’n problemen op te lossen. Wijze opvoeding is echter wel aanwezig als rugdekking, waarop het kind zelf een beroep kan doen. Men laat het kind / de jongere bij voorkeur zelf sturen waar dit past, maar men is ook steeds als co-chauffeur aanwezig om op aangeven van het kind / de jongere het stuur over te nemen.

 

 

* Authenticiteit en transparantie

 

Authenticiteit betekent dat men zichzelf durft zijn, dat men niet leeft volgens hoge idealen en principes waaraan men toch niet kan beantwoorden, dat men geen verschillende mutsen opzet afhankelijk van het gezelschap, dat men er niet naar streeft de schijn hoog te houden, dat men iedere vorm van hypocrisie weert …

Transparantie betekent dat men rechtuit is, dat men de eigen bedoelingen steeds duidelijk aangeeft, dat men geen zaken maskeert of verbloemt …

Jonge ouders hebben op verschillende van deze aspecten een duidelijke voorsprong genomen in vergelijking met vorige generaties die zich konden verschuilen achter “autoriteit”. Veel instanties bezaten een onbetwiste autoriteit en dit gold ook voor de ouderlijke autoriteit.

Anderzijds loert ook hier het gevaar dat bepaalde ouders te ver doorschieten in de andere richting. Alles moet super zijn, de genadeloze competitie in de rat race wordt als iets onvermijdelijks beleefd, de torenhoge verwachtingen en idealen zetten de gezinsleden voortdurend onder stress…

 

 

BESLUIT

 

De basisopvoeding is op heden doorgeschoten in een richting die veel jonge ouders onder enorme druk zet.

Ondanks de sterk toegenomen tijd en energie die ouders steken in de basale thuisopvoeding, blijven de opvoedingsproblemen in vele gezinnen toenemen.

In dit artikel hebben wij het belang van enkele verkeerd begrepen opvoedingsprincipes onderlijnd, o.a. de onvoorwaardelijke aanvaarding van het kind en de extreme toegeeflijkheid (permissiviteit) in de opvoeding, waardoor duidelijke regels en vaste afspraken vaak quasi afwezig zijn in de thuisopvoeding.

 

Hedendaagse ouders zijn meestal ook helikopterouders die angstvallig waken over de mogelijke frustraties die hun kind zou kunnen oplopen.

Gelukkig scoren ouders op heden dan weer veel beter dan vroegere generaties op vlak van authenticiteit en transparantie, maar deze winstpunten wegen niet op tegen de nadelen van de eerder vermelde factoren.

 

De gespecialiseerde opvoeding, waaronder de opvoeding van hoogbegaafde kinderen, staat echter zeer zwak als de basisopvoeding niet deugt. De laatste decennia is onze kennis over hoogbegaafdheid sterk verbeterd, maar de toepassing van deze inzichten stoot vaak op de gebrekkige kwaliteit van de basisopvoeding. In vele gevallen dient deze eerst verstevigd of gecorrigeerd te worden alvorens men de vruchten kan plukken van fijn begeleidingswerk, zoals de opvoeding van hoogbegaafde kinderen dat is.

 

Carl D’hondt

Hilde Van Rossen       26 oktober 2019

 

 

Bespreking dominospel "Ik leer lezen!" door de werkgroep Didactiek

Lees meer

Bespreking "(Ta)Aliens" door de werkgroep Didactiek

Lees meer