Kijk, ik lees al zelf - allereerste woordjes en zinnen voor beginnende lezers

Materiaal:

Inhoud:

Onder de tekeningen staat op elk blad een kort zinnetje in een licht gekleurd vak.

Bespreking:

Begaafde kleuters die willen leren lezen, kunnen zeker worden uitgedaagd door dit eerste ‘leesboekje’. Sommige pientere kleuters zijn hiertoe al in staat in de 2^de kleuterklas. De kinderen uit de testgroep waren kleuters uit de 2^de en vooral 3^de kleuterklas die interesse vertonen in lezen.

Het boek werd eerst gewoon doorbladerd en bekeken.

De meeste kleuters werden dan door één welbepaalde bladzijde aangesproken (naarmate hun hobby’s of persoonlijke interesses). Er werd nog niet onmiddellijk overgegaan tot het lezen van de woorden, maar de kleuters kregen eerst de gelegenheid om de prenten gedetailleerder te bekijken en spontaan te vertellen bij de platen:

“Mijn poes is al eens hoog in een struik gesprongen.”

“Mijn papa heeft eens pompoensoep gemaakt.”

“Toen ik bij de dokter was, luisterde die op mijn buik.”

“Mijn hond heeft zo geen hok voor buiten. Die mag binnen slapen in zijn mand.”

“Wij gingen ook al eens picknicken.”

“Kijk, die hond is wit…”

Als een kleuter toevallig een woord aanhaalt dat op de prent staat, dan kun je het woord herhalen en tonen: “wit”, hier staat het woord “wit”. Meestal volgt de spontane reactie: “En welk woord staat hier?” In plaats van als opvoeder het woord te zeggen, kun je je kleuter uitdagen: “Wat denk je dat er hier kan staan?” Of je kunt als opvoeder preciezer het voorwerp aanwijzen en beschrijven waarvoor het dient. Dan kan je kind het woord meestal juist raden.

De meeste kleuters gaven duidelijk aan wanneer ze het ‘genoeg’ vonden. Voor de ene kleuter was dat na 2 woorden terwijl de andere kleuter er na 20 minuten nog niet genoeg van kreeg…

Belangrijk is dat je ‘luistert’ naar wat je kind aangeeft! Het ontluikend lezen moet immers een leuke ervaring zijn waar je samen kunt van genieten!

De kleuters die herhaaldelijk met het boekje bezig waren, konden na enkele keren probleemloos de zin onder de prent lezen. Het boek is voor begaafde kinderen dus niet uitdagend genoeg. We geven enkele tips om het uitdagender te maken:

- Maak zelf eens zinnen met de woorden van de prent.

- Of maak eens een verhaal met de gegeven woorden. Dan wordt de fantasie aangesproken!

- Eén kleuter vroeg of zijn zinnen ook onderaan mochten staan. Door de zinnen te typen, te printen en in “zijn” boek te plakken, was het kind in de zevende hemel.

- Enkele kleuters hebben de verhalen nagespeeld zoals het op de prenten staat.

- Een kleuter beeldt 1 woord uit dat op de prent staat. De andere kleuters mogen het woord raden.

- Er wordt gezocht naar rijmwoorden die bij de aangeboden woorden passen.

Er is zeker meer te doen met het boekje dan enkel de aangeboden woorden en zinnen te lezen!

Eindbesluit:

Het boekje is zeker geschikt voor kleuters die graag willen leren lezen of bij wie het ontluikend lezen aanwezig is.

Belangrijk is dat de kleuter zelf het tempo kan aangeven waarop de woorden gelezen worden.