Conformeren bij hoogbegaafde kinderen
door Carl D’hondt & Hilde Van Rossen
Conformeren betekent zich aanpassen aan de wensen en verwachtingen van anderen in plaats van op een verantwoordelijke wijze de eigen weg te gaan.
Reeds als kleuter slaan sommige hoogbegaafde kinderen de conformistische weg in omdat zij ondervonden hebben dat het volgen van de eigen weg nogal eens nare gevolgen kan hebben.
Zoals zij aanvoelen dat het beter is te veinzen dat je nog steeds gelooft in Sinterklaas (anders krijg je misschien geen snoep of speelgoed meer!), zo doen sommigen er alles aan om zich niet te “verraden” als hoogbegaafde. Zij blijven op de vlakte of geven soms opzettelijk verkeerde antwoorden, zelfs reeds als kleuter.
Het is duidelijk dat dit een bedenkelijke evolutie is. Veelal is het de kortste weg naar onderpresteren. Onderpresteren is één van de grootste risico’s die de ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen kan ondermijnen. Het is een sluipend gif dat lange tijd z’n destructieve werk kan doen vooraleer het bij hoogbegaafde kinderen zichtbaar wordt. Deze kinderen doorlopen het basisonderwijs vaak vlekkeloos, zelfs als onderpresteerder. Zolang het kind met uitstekende rapporten thuiskomt, is het voor ouders en leerkrachten bijzonder moeilijk om uit de schaarse signalen die het kind “lost”, af te leiden dat het hier om onderpresteren gaat. Voor specialisten is het vaak al een moeilijke opdracht, laat staan voor ouders en leerkrachten die niet voldoende op de hoogte zijn van hoogbegaafdheid.
Als er ook gedragsproblemen optreden, zoals frequente “verdachte” ziekten, schoolweigering, agressief gedrag, zich isoleren, clownesk gedrag, machtsstrijd enz. dan bestaat de kans dat begeleiders met een fijn aanvoelen van hoogbegaafdheid de klik maken. Maar, in de meeste gevallen volgt men nog steeds de gekende paden en komt men terecht bij ADHD, lichte vormen van autisme, oppositioneel gedrag …
Omdat conformeren de kortste weg is naar onderpresteren, schetsen wij in wat volgt de verschillende verschijningsvormen waarin conformeren zich vermomt.
Een beter zicht op de verschillende verschijningsvormen van conformeren kan leiden tot een vroegere opsporing van onderpresterende, hoogbegaafde kinderen. Hoe vroeger onderpresteren wordt gedetecteerd, hoe groter de kansen zijn op succesvolle behandeling.
Conformeren heeft niet alleen nadelen, maar voor het kind of de jongere vaak ook belangrijke voordelen op korte termijn.
De voordelen van conformeren worden hier bekeken vanuit het standpunt van het kind of de jongere. De nadelen worden zowel vanuit het standpunt van de jongere en / of van de volwassene bekeken.
Voordelen | Nadelen |
---|---|
gevoel er bij te horen | niet volledig zichzelf kunnen zijn |
minder afgunst, jaloezie, uitsluiting, minder risico op gepest worden | anderen naar de mond praten |
minder stress (de lat blijft laag liggen) | afnemende ambitie en imitatie van andere leerlingen |
minder dwang of eisen door volwassenen | minder waardering voor excellente prestaties |
groter aantal vrienden | meer oppervlakkige vriendschappen |
minder kans zichzelf te verraden als hoogbegaafde | hobby’s in isolement, zonder mogelijke bijsturing door vertrouwenspersoon |
geen permanente controle en evaluatie door volwassenen | geen begeleiding door volwassenen |
aanvaarding door vrienden als gewoon, als normaal | contact met peers (andere hoogbegaafde kinderen) valt haast volledig weg |
meer contact en vlottere communicatie met leeftijdsgenoten | ontbreken van diepgaande discussies, geen klankbord |
meer zelfvertrouwen en minder faalangst (door begrip van vrienden) | minder opbouw van veerkracht (door ontbreken van moeilijke taken) |
gevoel van comfort (met weinig inspanning lukt het ook) | verveling op school en gebrek aan studiemethode |
minder gedrevenheid, stress en intensiteit | verlies brede interesses en leergierigheid |
minder botsingen met autoriteit | minder streven naar autonomie / weinig eigen initiatief |
stelt minder hoge eisen aan volwassenen | lage streefdoelen |
gedraagt zich doorgaans onopvallend | afname van kritisch denken |
beperkt zich tot assimileren van leerstof | geen diepgaande persoonlijke verwerking van leerstof (accommodatie) |
werkt klasconform (volgt de aangeleerde procedures, algoritmes…) | zoekt geen eigen oplossingsmethodes (minder metacognitief denken) |
meer verbondenheid met de groep | gaat conflicten gemakkelijk uit de weg |
pardonneert gemakkelijk insensitief gedrag van anderen | laat op z’n kop zitten (gebrek aan assertiviteit) |
streeft sociaal wenselijk gedrag na | gevoel niet zichzelf te mogen zijn (indruk van een ‘rol’ te spelen) |
minder morele gestrengheid | afbotten van sterk rechtvaardigheidsgevoel |
staat meer in de gunst van anderen | komt minder op voor eigen mening |
valt niet op | heeft geen (positieve) invloed op de klas |
meer geduld met andere leerlingen | veel tijdverlies door wachten, inefficiënte methodes, ... |
er is weinig inspanning nodig; luilekker leventje | werken aan de eigen persoon is vrijwel afwezig |