Inhoud

Een speldoos van ongevver 24 cm op 17 cm bevat 15 landtegels, 2 dobbelstenen, 4 dinopionnen, 4 sets van 54 kaarten, 16 eieren en 1 handleiding.

Bespreking

Meerwaarde

Om breuken te oefenen, kan het spel Breukosaurus Rex worden ingeschakeld.

Afhankelijk van het leerjaar, kan men gebruik maken van de verschillende stapels kaarten.

Zo kan men in het derde leerjaar al gebruik maken van de kaartenstapel met de visuele voorstelling van de breuken en van de stapel waarop de breuken genoteerd staan.

In de hogere leerjaren kunnen de kaarten waarop procenten en kommagetallen staan, ook worden ingeschakeld.

Het doel van het spel is als eerste het einde van het pad te bereiken met 3 eieren in het bezit.

Het breukenspel is verwerkt op landtegels die een weg vormen door een dinosauruslandschap. Dat spreekt kinderen ongetwijfeld aan.

Wel jammer dat men ondertussen niets ‘bijleert’ over dinosaurussen…

Open opdrachten

Een ‘ei’ kan je tijdens het spel verdienen door kaarten af te leggen die samen 1 geheel vormen.

Een speler dobbelt met beide dobbelstenen als hij aan de beurt is.

Op de dobbelstenen staan de cijfers 1, 2 en 3. De speler legt de dobbelstenen op de donkere tegel. Zo bepaalt die zelf hoeveel stappen er vooruit gezet mogen worden en hoeveel kaarten hij van de stapel mag trekken.

De moeilijkheidsgraad kan gemakkelijk worden opgedreven door verschillende stapels kaarten te gebruiken. Bijv.: ¼ en 0,25 en 50% vormen samen 1 geheel.

Als 2 spelers op dezelfde tegel terechtkomen, dient er ‘geduelleerd’ te worden. Beide spelers tonen 1 van hun kaarten. Wie de hoogste waarde toont, mag blijven staan. De andere speler gaat 2 vakken achteruit.

Zelfstandig werk

De kinderen konden met het spel zelfstandig aan de slag eens de spelregels ‘volledig’ duidelijk waren. Enkele aanpassingen in de handleiding waren daarvoor nodig.

Minimale begeleiding

Van de leerkracht wordt weinig of geen begeleiding gevraagd.

Het spel kan worden gespeeld met een groep van 2 tot en met 4 spelers.

Samenhang

Bij het testen van het spel hadden we enkele belangrijke opmerkingen:

• Een aantal kaarten van elke stapel hebben geen enkel nut omdat er geen geheel mee kan worden gevormd! Door de spelregels aan te passen, kunnen die kaarten echter wel worden gebruikt: je moet bijv. met je kaarten 1 geheel of 0,99.. kunnen afleggen.
• De landtegels worden gewoon aan elkaar gelegd in een lange slangvorm. Voor de rest hebben die geen enkele functie. Het spel kan uitdagender worden gemaakt door de landtegels wel een functie te geven: bijv. Kom je op een berg, dan neem je een breukkaart.

                               Kom je op een krater, dan worden je kaarten verbrand en moet je ze afgeven.

                               Kom je op ‘water’, dan moet je een beurt overslaan.

        Kom je op een ‘gewone’ tegel, dan kan de speler een ‘weetje’ over dinosaurussen vertellen…

Op die manier hebben beide dobbelstenen ook een betere en uitdagendere functie:

De spelers zullen meer nadenken over hun ‘aantal stappen’ en hun ‘aantal kaarten’ dat ze wensen.

Voldoende variatie

De spelers vroegen na het herhaaldelijk spelen of ze zelf ook kaarten mochten bijmaken, zodat er meer en andere combinaties mogelijk werden om 1 geheel of 0,99.. te vormen.

Besluit

Mits het aanpassen van de spelregels is het spel uitdagend genoeg voor (hoog)begaafde kinderen.

Het spel kan moeilijker worden gemaakt door de verschillende soorten kaarten door elkaar te gebruiken.

Het spel kan ‘leerrijker’ worden gemaakt door er bepaalde ‘weetjes’ over dino’s bij te betrekken.

Het is zeker een leuke manier om op speelse wijze breuken, kommagetallen en procenten te oefenen en hun onderlinge samenhang in te zien.